Als je met een voertuig met aanhanger de weg op wilt gaan, dan heb je in veel gevallen een aanhanger (E) uitbreiding op het rijbewijs nodig. De regels voor het besturen van een personenauto (B) met aanhanger hebben dezelfde strekking als deze van een vrachtwagen (C) of bus (D) met aanhanger. Wel zijn er andere examens bij het CBR voor nodig om met verschillende voertuigen met aanhanger te mogen rijden.
Op pad met auto en aanhanger
Personenauto (B)
Met een rijbewijs personenauto (B) mag met een kleine aanhanger gereden worden. Voor bestuurders is het daarnaast belangrijk om te overwegen welke ervaring zij hebben met onder andere bijzondere manoeuvres voordat zij met een aanhanger gaan rijden.
Het maximaal toegestane vervoer van een aanhanger is afhankelijk van het gewicht. Rijden is binnen dit rijbewijs toegestaan met een auto-aanhanger combinatie lichter dan 3500 kg of met een aanhanger lichter dan 750 kg. Bij beide typen aanhangers moet in overweging genomen worden wat de trekkracht van het voertuig is. Een lichte auto rijdt namelijk minder stabiel met een grote of zware aanhanger.
Personenauto met code 96 (B+)
Een rijbewijs personenauto (B) aangevuld naar personenauto met code 96 (B+) kan via een examen bij het CBR. Met deze aantekening mogen auto-aanhanger combinaties tot 4250 kg bestuurd worden.
Personenauto met aanhanger (BE)
Een rijbewijs personenauto (B) uitbreiden naar personenauto met aanhanger (BE) kan via een examen bij het CBR. Met dit uitgebreidere rijbewijs mag het gewicht van de aanhangwagen of oplegger niet zwaarder zijn dan 3500 kg.
Voor opleggers of middenasaanhangwagens kan gewicht worden overgedragen op het trekkend voertuig. ‘Overdragen’ betekent dat via de trekhaak (of andere gebruikte wijze van koppeling) een deel van het gewicht van de oplegger of middenasaanhangwagen door de personenauto wordt gedragen. Deze regel is alleen van toepassing op opleggers of middenasaanhangwagens en er zijn 2 eisen:
- Met het gewicht dat wordt overgedragen mag de personenauto niet zwaarder worden dan 3500 kg. Dat wordt als volgt berekend: de toegestane maximum massa van de personenauto (wat de personenauto volgens het kentekenbewijs mag wegen) – de massa in rijklare toestand van de personenauto (hoeveel de personenauto werkelijk weegt wanneer u erin zit en de oplegger of middenasaanhangwagen trekt) = een bepaald gewicht. Het gewicht dat wordt overgedragen (de toegestane maximum last onder de koppeling) mag niet hoger zijn dan dit bepaalde gewicht.
- En het gewicht op de assen van de oplegger of middenasaanhangwagen mag niet zwaarder zijn dan 3500 kg. Het gaat hier om het gewicht dat niet op de personenauto wordt overgedragen.
Op pad met vrachtwagen of bus met aanhanger (CE, DE)
Bestuurders die meer willen vervoeren met een aanhanger kunnen examen doen voor vrachtwagen met aanhanger (CE) of bus met aanhanger (DE). Hiermee mag (mits dit binnen de trekkracht van het voertuig past) een maximummassa van meer dan 750 kg vervoerd worden. Als beroepsbestuurder van een vrachtwagen met aanhanger (CE met code 95) is het maximum voor voertuig-aanhanger combinatie 12.000 kg. Ook bij deze is een Code 95 nodig om beroepsmatig te mogen rijden met de vrachtwagen of bus.
Kenteken
Een aanhanger of caravan heeft een eigen kenteken nodig. Op deze manier hoeven transportbedrijven niet steeds nieuwe kentekenplaten aan hun aanhangers te bevestigen wanneer de aanhangers achter een andere vrachtauto of bus worden gehangen. Bijkomend voordeel is dat je op deze manier diefstal tegengaat. Je aanhanger is altijd te identificeren aan het nummerbord.
Het is niet toegestaan om personen te vervoeren in een aanhanger of caravan.
Het is wel mogelijk om bij de gemeente een uitzondering aan te vragen bijvoorbeeld voor een platte kar tocht of praalwagen. Deze bijzondere gelegenheid is meestal niet meeverzekerd en daarom is het raadzaam voor zowel de organisator als deelnemer om een praalwagenverzekering te overwegen. Een goed voorbeeld vind je bij Blaak.